Actualiteit
Humans of Honours – Thirza van Hofwegen
Door Patrick van Oosterom
Thirza van Hofwegen is 22 jaar oud, woont in Montfoort, en heeft net haar vierde (en tevens laatste) jaar van haar Bachelor Geschiedenis afgerond. Ze volgde de Engelstalige track in de richting van Internationale Betrekkingen, met als specialisatie Globalisation and World Order. Daarnaast was ze secretaris van SV Eureka in 2018-2019, en was ze in 2020-2021 vicevoorzitter van Ongehoord. Het afgelopen jaar was Thirza verantwoordelijk voor Humans of Honours, en het is daarom – nu zij het HHP gaat verlaten – hoog tijd om haar leven, interesses, en onderzoek in de spotlight te zetten.
‘Ik ben van nature een nieuwsgierig persoon, zoals de meeste mensen bij het HHP, en ik beschouw mezelf als iemand die niet snel anderen veroordeelt. Ik hou van mensen met een passie voor dingen. Dat heb ik tijdens het Honoursprogramma ontwikkeld. Zelf ben ik al lang geïnteresseerd in India. Ik ben bezig met Hindi leren. Eén van de Masters die ik wil doen, is de Research Master Asian Studies. Deze interesse begon op de middelbare school, waar ik een soort obsessie had met Bollywoodfilms. Zo kwam ik in contact met de Indiase cultuur. De films zijn niet heel representatief voor het echte India, maar ik vond ze zó leuk. Op mijn middelbare school kwam ik niet altijd uit voor mijn passie, en ik wilde ook niet worden uitgepikt omdat mijn hobby’s te niche waren. Ik vind het naar als mensen iets kapot maken waar ik persoonlijk voldoening uit haal. Dan krijg ik een soort steen in mijn maag. Dat kan me fysiek raken. Dit hangt samen mijn zelfbeeld. Toen ik het Honoursprogramma ging doen, was ik eerst nog onzeker. Tijdens het programma kon ik juist onderzoek doen naar onderwerpen buiten de gangbare paden en iedereen om mij heen was geïnteresseerd. Ik heb geleerd om voor mijn interesses uit te komen, en ik schaam me niet meer voor de onderwerpen die ik leuk vind. Wel hebben veel HHP studenten– net zoals ik – door hun brede interesses een soort FOMO (fear of missing out). Er is zo veel om te ontdekken. Het is ook een soort valkuil.
Een van mijn grootste interesses is film – praktisch alle soorten. Ik heb met mijn zussen een filmchallenge om zo veel mogelijk films te zien. We maken grote lijsten per thema of regisseur, en werken de hele lijst af. Deze maand beginnen we aan Oliver Stone. In de afgelopen maanden hadden we onder anderen Spike Lee als onderwerp. Het is vooral gericht op Britse en Amerikaanse cinema, dus geen Bollywood, maar wel heel tof. We kijken van alles. Persoonlijk heb ik een zwak voor superheldenfilms en musicals. Ik hou niet van mensen die hun neus daarvoor ophalen. Ik heb ergens een droom om een regisseur-duo te worden met mijn zus. Ik zou scripts en scenario’s willen schrijven, en zij heeft Taal- en cultuurstudies in de hoofdrichting Films gestudeerd, dus zij zou meer regisseur worden. De droom is om als een soort Coen brothers te worden.
Ik zit nu in mijn vierde jaar. Ik heb dat vierde jaar gekregen vanwege het afronden van mijn minor, mijn tweede minor, en ik heb nog wat leuke keuzevakken erbij gedaan. Ik heb vorig jaar mijn scriptie geschreven. Dat was best afzien, want ik deed er nog drie vakken bij. Toen ik bijna klaar was met mijn scriptie, kwam corona. Dat kwam voor mijn scriptie niet heel slecht uit, maar mijn opa was heel ziek. Een tijdje geleden is hij overleden. Toen was er veel gedoe in mijn persoonlijke leven en ik merkte dat ook in mijn familie. Daar ben ik best gevoelig voor.
Ik heb in mijn scriptie geschreven over schaken als metafoor voor de Koude Oorlog. Dit metafoor komt voort uit mijn interesse in musicals. Er is een musical uit de jaren ’80 van de makers van ABBA, genaamd ‘Chess.’ Daarin gaat het over twee schaakspelers, een Amerikaan en een Rus, die tegen elkaar moeten strijden. De hele musical dient als metafoor voor de Koude Oorlog. Ik begon me af te vragen tot op welke hoogte mensen de Koude Oorlog echt zo voelden of beleefden. Daarnaast had ik de metafoor vaker voorbij zien komen, bijvoorbeeld in spotprenten. Bovendien wordt de politiek tegenwoordig vaak vergeleken met een schaakspel. Daarnaast heb je speltheorie, of Game Theory. De ontwikkelaars van deze theorie – Oskar Morgenstern en John von Neumann – hadden dit uitgewerkt net na de Tweede Wereldoorlog. Ze haalden veel inspiratie uit schaakspellen, en maakten hierbij een directie connectie tussen schaakspellen, en verklaringen van gedrag en socio-culturele fenomenen. Omdat de Koude Oorlog een vrij lange periode betrok, heb ik mij gefocust op de jaren ’80, voornamelijk onder op de VS onder Reagan. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de Koude Oorlog niet nadrukkelijk een schaakspel was, want met schaken zie je de zetten van iemand in het openbaar. Het kan even duren voordat iemand een zet maakt, maar je ziet het wel. Bij de Koude Oorlog werd veel verzwegen en was veel onbekend. Dat doet af aan de kwaliteit van de metafoor. Het is een mooie en visuele verwoording, maar veel belangrijke aspecten worden er niet mee gecommuniceerd. In het vierde hoofdstuk van mijn scriptie heb ik de musical gebruikt. Uiteindelijk had ik een mooi cijfer voor mijn scriptie, en ik vind het onderwerp nog steeds fascinerend.
Ik heb ook een bestuursjaar bij Eureka gedaan. Van 2018-2019 was ik secretaris. Ik ben daarin erg gegroeid. In het begin was ik best onzeker. Door het HHP ben ik veel leuke mensen tegengekomen. Ik heb veel dingen gedaan, ben veel mondiger geworden, heb veel gereisd (Milaan, Turijn, Estland), en ik zat/zit bij Ongehoord. Ik ben daar vicevoorzitter geworden, en vond dat echt leuk. Ik heb geleerd om meer een leidersrol aan te nemen. Ik ga die betrokkenheid bij het HHP missen. En ik ben echt wel uit mijn schulp gekropen. Ik heb geleerd om mij minder druk te maken over foutjes, om verantwoordelijker te zijn, en ik kan makkelijker samenwerken met een groep mensen. De kamer van Eureka was heel fijn, en er waren altijd leuke en gezellige mensen om mee te praten. Ik voelde me daar echt thuis.’