Reeks: Honoursreis Boedapest
Boedapest: Winderig Wenen
Door Max Trommelen.
Wat ik me het levendigst herinner van die eerste paar dagen in Wenen was dat het koud en winderig was. Door de wijde straten had de wind vrij spel en het maakte er graag misbruik van. De enige momenten dat ik niet door en door koud was wanneer ik binnen was (en zelfs binnen merkte ik nog dat het buiten winderig en kil was). Toen ik iets moet doen met het verwerken van de reis was het dus niet meer dan toepasselijk dat ik de wind als onderwerp nam.
Vroeg of laat heb je alles wel gezien. Je kunt maar zo vaak door de straten van Wenen vliegen en ze waarderen. Je kunt ze maar één keer meemaken zoals je ze zag op die eerste avond. Wenen is groot, is groots, is veranderlijk, nooit hetzelfde en toch heb je alles vroeg of laat gezien. De kerken, de paleizen, de tuinen, de pleinen en de boulevards, je was erbij toen het gebouwd werd, je bent er intiem bekend mee.
Vroeg of laat heb je alles wel gehoord. Het rumoer van de menigten die van restaurant naar café naar huis bewegen, het gepiep en gegrom van de auto’s, trams en fietsen waarmee dit gebeurt. De lieflijke tonen van Mozarts Requiem zijn voor jou oud nieuws: het eerste optreden en de recentste imitatie, is het niet allemaal hetzelfde na eeuwen?
Wanneer je alles gezien en gehoord hebt, alles oud en vertrouwd is, rest er nog enkel het genieten van het genieten van een nieuwkomer. Een onbeschreven blad wat de stad nog niet kent, wat ondanks vermoeidheid nog fladdert met enthousiasme en kinderlijke verwondering. Een blad dat zich mee laat voeren, niet op jouw blazen, maar door het waaien van eigen nieuwsgierigheid.
Zo vond de Weense wind een nieuwe, maar tijdelijke liefde en met een kille knuffel omhelsde ze een groep blaadjes nieuw in de stad terwijl deze van hostel naar Belvedere naar café en terug waaide, steeds nieuwsgierig naar wat de stad te bieden heeft.