Blog
Tijdig en tijdloos Berlijn
Geschiedenisstudenten Jelle Lammerts van Bueren, Menno Hellinga en Johan van Hall vertellen ons over een gedenkwaardig onderdeel van hun honoursprogramma, namelijk de reis naar Berlijn die de afdeling geschiedenis-kunstgeschiedenis afgelopen najaar.
Van 1 tot en met 3 november 2019 ging de Honoursafdeling van het departement GeschiedenisKunstgeschiedenis (GKG) op excursie naar Berlijn. De reis stond in het thema van het onderwerp van de honourscolleges van de voorgaande weken: de tijd. Deze colleges, gegeven door Frans-Willem Lantink, bereidden de studenten voor op wat er te zien zou zijn en wat interessant kon blijken met betrekking tot het thema. De stad Berlijn werd gekozen, omdat deze stad een bijzonder ingewikkelde relatie met het concept tijd kent. Berlijn is de hoofdstad geweest van een aantal geheel verschillende rijken. Het had tijdens de
keizerlijke periode een andere functie dan tijdens de Weimar-republiek, tijdens de nazi-tijd verschenen andere gebouwen dan in de Pruisische tijd en ten tijde van de Koude Oorlog heerste in het westen en het oosten van de stad geheel andere opvattingen van de tijd.
Tijdens de reis werd stilgestaan bij dit steeds veranderende beeld van de stad. Tijdens stadswandelingen konden de verschillende ontwikkelingsfasen van de stad worden aangeduid en gedurende museumbezoeken (zoals aan het Pergamon en aan het Duits Historisch Museum) werd het veranderende tijdsbeeld van Berlijn
ook duidelijk aan de hand van visuele kenmerken. Zo valt op propagandaposters uit verschillende Duitse tijdperken, te bewonderen in het Duits Historisch Museum, te zien dat de Duitse geschiedenis een bijzondere geschiedkundige samenstelling kent. Van Aristocratie ging het naar koninkrijk en keizerrijk. Van keizerrijk richting republiek, naar nazistische dictatuur. Vervolgens werd het land (en natuurlijk de hoofdstad, Berlijn) verdeeld langs ideologische lijnen. Kapitalisme en communisme vervingen nazisme en drukten hun stempel op de stedelijke architectuur. De kapitalisten bouwden winkelstraten, de communisten typische betonflats. Na 1989 werd de stad weer een, maar verdwenen de scheidslijnen nog niet. De tijd liet een onuitwisbare indruk achter op de twee verschillende delen van de stad, net zoals in voorgaande perioden andere tijdperken hadden gedaan.
Een typerend voorbeeld voor een veranderend tijdsbeeld is het Stadschloß. Dit paleis werd in de keizerlijke periode gebouwd, kreeg veranderende functies tijdens de Weimarrepubliek en naziperiode en werd gesloopt door de communistische machthebbers van de DDR. Er werd een communistisch ‘volksgebouw’ (het Palast der Republik) neergezet. Nu wordt het oude Stadschloß herbouwd en wordt een oude tijd teruggeroepen. Toch is de moderniteit en de historische context niet vergeten. Een zijde van het Stadschloß is anders dan het originele bouwwerk om zo het tijdelijke contrast met de huidige periode aan te geven.
Een ander voorbeeld van moderniteit in oude facetten is te vinden in de wijk Friedrichshain: een wijk in voormalig Oost-Berlijn die nu een bruisend uitgaanscentrum is, vol hippe restaurants en ruisende clubs. Het is misschien vreemd om te zeggen, maar Berlijn is tegelijkertijd een tijdige en een tijdloze stad. De tijd heeft een gigantische invloed gehad op deze metropool, maar tegelijkertijd is het geen enkele tijdsperiode gelukt om een allesoverheersende invloed te hebben op de stad.